Verwarmingstoelage via het Sociaal Verwarmingsfonds

Inhoud

Wanneer je je in een financieel moeilijke situatie bevindt, kan je elk jaar een korting krijgen op de verwarmingsfactuur van het Sociaal Verwarmingsfonds.

Voorwaarden

Je komt in aanmerking voor een tussenkomst als je behoort tot een van de onderstaande categorieën.

  • categorie 1: personen met recht op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering
  • categorie 2: personen met een laag inkomen
  • categorie 3: personen met schuldoverlast die in een schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling zitten én de verwarmingsfactuur niet kunnen betalen

Je kan een tegemoetkoming krijgen in je factuur voor deze brandstoffen:

  • huisbrandolie (mazout) aan de pomp en in bulk (voor het vullen van een brandstoftank aan huis)
  • verwarmingspetroleum (type c) aan de pomp
  • bulkpropaangas aan huis geleverd in grote hoeveelheden (in een propaangastank, niet in flessen).

Het Fonds komt dus niet tussen voor:

  • elektrische verwarming
  • aardgas via aansluiting op het stadsdistributienet
  • propaangas in gasflessen
  • butaangas in gasflessen
  • pellet, hout, steenkool.

Procedure

Neem binnen de 60 dagen na de levering van de brandstof contact op met de sociale dienst van het OCMW.

Het OCMW zal onder meer:

  • nagaan of je voldoet aan de voorwaarden
  • je identiteitskaart vragen en een kopie van de leveringsfactuur of de leveringsbon nodig hebben
  • nakijken of het leveringsadres dat op de factuur staat hetzelfde is als het adres waar je gewoonlijk verblijft
  • eventueel enkele documenten opvragen.

Er zal geen inkomensonderzoek gebeuren als het huishouden bestaat uit een alleenwonende persoon (met of zonder kinderen ten laste) met een RVV-statuut of als alle leden van het huishouden een RVV-statuut hebben. RVV staat voor 'rechthebbende op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming' (vroeger het OMNIO-statuut).

Wat meebrengen

  • je identiteitskaart
  • een kopie van de leveringsbon of leveringsfactuur
    Woon je in een gebouw met meerdere appartementen? Vraag dan aan de eigenaar of de beheerder van het gebouw:
    • een kopie van de leveringsfactuur
    • en een attest waarop staat op hoeveel appartementen de factuur betrekking heeft.
  • als je behoort tot categorie 3:
    • de beslissing van toelaatbaarheid van de collectieve schuldenregeling of een attest van de persoon die de schuldbemiddeling verricht
    • documenten (gezinsinkomen, lopende kosten, ...) die het OCMW toelaten te beoordelen dat je niet in staat bent de verwarmingsfactuur te betalen
  • als je behoort tot categorie 2: het OCMW kan je een bewijs van je gezinsinkomen vragen (meest recente aanslagbiljet, loonfiche of attest van een ontvangen sociale uitkering, bewijs van kadastraal inkomen van onroerende goederen buiten de gezinswoning, ... )
  • als je behoort tot categorie 1: het OCMW kan je een bewijs van je gezinsinkomen vragen (meest recente aanslagbiljet, loonfiche of attest van een ontvangen sociale uitkering, …)

    Kostprijs

    • het Fonds komt voor maximaal 1500 liter per verwarmingsperiode en per huishouden tussen
    • voor wie zich verwarmt met aan de pomp gekochte mazout of lamppetroleum heeft het Fonds een forfaitaire tussenkomst van 210 euro. Eén aankoopbewijs volstaat om recht te hebben op de forfaitaire toelage
    • voor de in grote hoeveelheden geleverde brandstoffen schommelt het bedrag van de toelage tussen 14 cent en 20 cent per liter. Het bedrag is afhankelijk van de prijs van de gefactureerde brandstof. Hoe hoger de prijs, hoe hoger de tussenkomst. De toelage per huishouden is maximaal 300 euro

    Uitzonderingen

    De maatregel is bedoeld voor mensen die zelf de gevolgen van de prijsstijgingen ondervinden.
    Er wordt daarom geen toelage toegekend aan personen die verblijven in:

    • een woonzorgcentrum (rusthuis)
    • een opvanghuis
    • of een ziekenhuis

    Voor wie

    Burger