Het Vlaams Gewest trekt de krijtlijnen voor het ruimtelijk beleid in Vlaanderen. Binnen de krijtlijnen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ontwikkelt de provincie een eigen beleid voor de materies die van provinciaal niveau zijn. De gemeenten verfijnen die ‘bovenlokale’ lijnen verder op hun niveau.
De toegevoegde waarde van de provincie ligt voornamelijk in de ruimtelijke visie die zij heeft op een aantal beleidsaspecten die het lokale belang overstijgen. Zo bepaalt de provincie Antwerpen op basis van een aantal criteria hoeveel bijkomende woningen en bedrijventerreinen over de gemeenten kunnen worden verdeeld. Ze wijst ook de bestaande en nog aan te leggen secundaire wegen aan. Bovendien werkt ze een ruimtelijke visie uit voor de kleinstedelijke gebieden en selecteert hoofddorpen en woonkernen.
De provincie doet eveneens uitspraken over en voorstellen voor de ruimtelijke ontwikkeling van andere maatschappelijk belangrijke aspecten zoals natuur, landschap, toeristische recreatieve infrastructuur en land- en tuinbouw.